De gemeenteraad nam deze week een motie aan met een merkwaardig plan: De Ronde Venen moet onderzoeken of ze kan investeren in windmolens op zee. De gedachte erachter, zegt eerste indiener Anco Goldhoorn van Ronde Venen Belang, is dat de gemeente zijn verplichting om energie op land te produceren ‘afkoopt’ door te investeren in molens op zee.
Door deze motie aan te nemen kiest de gemeenteraad voor een zinloze vertraging. De Tweede Kamer wil dat er molens komen op zee én op land. Ook Goldhoorn zegt te beseffen dat een eventuele investering van De Ronde Venen in windparken op zee (waarvoor de investeringen miljarden bedragen) niet betekent dat er dan meer stroom op zee wordt geproduceerd. Immers: daar gaat De Ronde Venen niet over. Het is de regering die bepaalt wanneer, waar en welke windparken kunnen worden geveild, en als de gemeente daarin zou willen investeren, komt er geen molen extra bij. Maar de gemeenteraad hoopt wel dat er dan molens in de eigen gemeente af gaan.
Geen molen op zee erbij, molens op land eraf: de motie van Ronde Venen Belang (breed gesteund, ook door D66) zou betekenen dat er minder molens komen. Maar is dus kansloos en daarom overbodig. Goldhoorn van RVB erkent dit, maar zegt: ‘Ik wil alles doen om geen windmolens te krijgen.’
Goldhoorn presenteerde zijn ideeën vorige week ook al in De Groene Venen, temidden van een reeks artikelen die twee dingen gemeen hebben: ze pleiten tegen windmolens, en zijn gebaseerd op enorme fouten. Goldhoorn schrijft in zijn artikel dat een gemeente zelfs een concurrentievoordeel heeft tegenover grootmachten als Shell en Vattenfall: de gemeente zou (nog) goedkoper kunnen lenen. Maar dat is zeer de vraag. Als de overheid (de gemeente) geld gaat aantrekken om in risicovolle ondernemingen te investeren, zal dat waarschijnlijk worden gezien als ongeoorloofde staatssteun.

In twee andere artikelen in die krant werd ook al gepleit voor het tegenhouden van windmolens. Zo pleit de Stichting Red de Plassen ervoor om een ´pauze´te nemen om ´opnieuw na te denken´, omdat ´de klimaatdoelstellingen van het Klimaatakkoord al zijn gehaald voor wind op land´.
Daar is echter geen sprake van. Alleen als alle plannen voor wind op land worden uitgevoerd, kunnen die plannen in het klimaatakkoord worden gehaald. Red de Plassen pleit er juist voor die plannen niet uit te voeren. De stichting wil dat we van de fiets stappen en opnieuw een route gaan bedenken, terwijl we nog maar net op weg zijn.
Verder pleitten twee van de anti-windmolen-artikelen in DGV voor een oude vertrouwde: kernenergie. Met kernenergie los je het allemaal op, het is goedkoop en veilig (aldus Peter Dijkstra).
Was het maar waar. De regering heeft tientallen jaren geleden al locaties aangewezen voor nieuwe kerncentrales: Borssele, de Eemshaven en de Maasvlakte. Geen elektriciteitsbedrijf heeft ooit een vergunning aangevraagd. In die tijd bouwden ze wel gascentrales, kolencentrales, windmolens en zonneparken. De reden is simpel: kerncentrales zijn peperduur.
Daar kunnen de Britten, de Fransen, de Finnen en de Amerikanen over meepraten. In die landen worden nieuwe kerncentrales gebouwd die allemaal vele malen meer kosten dan eerst begroot. De Britse kerncentrale van Hinkley Point, zeven keer zo groot als die van Borssele, gaat de duurste stroom van Europa produceren (drie keer de marktprijs), al weten we nog steeds niet wanneer. De laatste schatting is: 2026, 18 jaar na het slaan van de eerste paal.
In het artikel wordt ook nog gerept van de thorium-centrale. Dat kan inderdaad een geweldige oplossing zijn, maar ondanks tientallen jaren onderzoek bestaat er nog geen begin van een aanzet tot een werkende thoriumcentrale. Er zijn optimisten die hopen voor 2050 een werkend exemplaar te hebben.
Als de regering besluit: we gaan kerncentrales bouwen, dan kan dat (al gebeurt dat dus nog steeds niet). Als De Ronde Venen besluit: we willen geen windmolens, bouw maar ergens een kerncentrale, dan is dat louter vertragingstaktiek.