De tegenstanders van windmolens in De Ronde Venen hebben weer een ‘nieuw’ argument bedacht. Vorige week gooiden ze er zelfs een hele advertentiepagina tegenaan in De Groene Venen. De kern van de boodschap: netbeheerder Stedin is niet in staat om zonnestroom van daken van woningen af te nemen. En zo lang dat niet zo is, waarom zouden we dan wel aan windmolens beginnen?
Het was een bewering die niet zonder gevolgen bleef. In de gemeenteraad werd een motie ingediend met precies die boodschap: die sufferds van Stedin kunnen niet eens de zonnestroom van onze daken aan, dus laten we maar niet beginnen aan windmolens.
Gelukkig werd die motie afgewezen, want het probleem bestaat helemaal niet. Of beter gezegd: nagenoeg niet. ‘Het is mogelijk dat op heel zonnige dagen er in kleine gebieden zonnepanelen moeten worden afgeschakeld’, zegt Koen de Lange, woordvoerder van netbeheerder Stedin. Op dit moment doet zich dat nergens in de gemeente voor, maar als het een keer gebeurt is dat ‘een zeer tijdelijk probleem, dat met bescheiden aanpassingen van schakelstations en van kabels al snel is op te lossen’, zegt De lange.

Netbeheerder kan zonnestroom makkelijk aan
Voor het vestigen van grotere zonneparken is er al helemaal geen probleem. ‘Het netwerk zoals dat er nu ligt, kan dat niet aan’, erkent De Lange. ‘Maar als de gemeente een besluit neemt waar de zonne- of windparken kunnen komen, dan kunnen wij de maatregelen treffen om de stroom daarvan te kunnen afnemen.’ Nieuwe zonne- en windparken kunnen er alleen komen als de netbeheerder verklaart die stroom wel aan te kunnen.
Kortom: een probleem dat de netbeheerders al jaren achtervolgde, is nu juist opgelost, wat de opstellers van de advertentie (Red het Angstellandschap, Stop Windturbines Geingebied, Red de Plassen) er niet van weerhoudt er een pakketje bangmakerij van te maken. Lees maar mee: ‘Goedwillende actieve burgers die mee willen doen aan, en investeren in, het energieneutraal maken van De Ronde Venen worden simpelweg terzijde geschoven ten behoeve van de gegarandeerde en gesubsidieerde belangen van van (veelal buitenlandse) ontwikkelaars en energiemaatschappijen.’