Het nieuwe college van b en w heeft zichzelf en zijn programma gepresenteerd, en heel veel redenen om er blij mee te zijn, zijn er niet. Om te beginnen met het blijmakende punt: het college gaat werk maken van zonnepanelen op (middelgrote) daken.
Dat had natuurlijk al twintig jaar geleden gemoeten. Nu is DRV de gemeente die het minste werk heeft gemaakt van zon op dak in de hele provincie Utrecht. Slechts 5 procent van de geschikte grote daken is in gebruik, terwijl dat in de doorsnee gemeente 13 procent is.
En dan de droeviger stemmende punten. Windmolens: komen er niet. Zelf windmolens in buurgemeenten zullen worden bestreden, als ze te dichtbij komen. Zonnevelden: komen er niet. Ja, misschien toch nog één of twee, vlakbij de A2, als het Rijkswaterstaat tenminste behaagt van de A2 een ‘zonneweg’ te maken, met panelen in de middenberm en op geluidswallen. Allerminst zeker, want de kans dat zo’n zonnestrook uit de kosten komt, is klein. Aardgasvrije wijken: komen er niet. Iedere huiseigenaar moet zelf maar bedenken hoe hij die knoop doorhakt. De gemeente is alleen bereid advies te geven. Klimaatneutraal in 2040: gaat niet door. Dat was al wel duidelijk. Het was ook een onhaalbare ambitie. Stelt u zich even voor dat alle gemeenten in Nederland dat zouden doen, energieneutraal worden in 2040 (of desnoods 2050); waarvoor zouden we dan al die windmolens op zee nog hebben? Dus dat die datum 2040 wordt geschrapt: oke. Maar het is vooral een teken dat de gemeente vooral geen enkele ambitie wil tonen. En dat is gelukt: een programma zonder ambities op klimaatgebied. De afgelopen vier jaar is op gebied van duurzame energie niets gebeurd. De komende vier jaar zal dat niet anders zijn.