Veruit het meeste geluid van een windmolen wordt veroorzaakt door de luchtstroming om de draaiende wieken. Het windmolengeluid is niet constant en hangt af van de windsnelheid. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van stillere windmolens en deze ontwikkelingen gaan nog steeds door. Om geluidshinder voor omwonenden zo beperkt mogelijk te houden, zijn er wettelijke normen opgesteld voor windmolens:

  1. De eerste norm voor het geluid van windmolens is Lden 47 dB (decibel). Dit is de hoeveelheid geluid die gemiddeld over een jaar buiten op de gevel van geluidsgevoelige objecten zoals woningen van derden, scholen en zorgcentra mag ontstaan. Dit mag gemiddeld over een jaar niet meer dan 47 dB zijn. In het getal Lden zijn voor de avond en nacht extra toeslagen verwerkt, waardoor het werkelijke gemiddelde geluidniveau ongeveer 6 dB lager is dan Lden 47 dB. Lden staat voor day, evening, night. 
  2. De tweede norm is Lnight 41 dB. Deze norm is specifiek voor de nacht. Dit werkt hetzelfde als de norm van Lden 47 dB, maar het verschil is dat het geluid ’s nachts buiten op de gevel dan gemiddeld over een jaar niet meer dan 41 dB mag zijn.

Een grotere windmolen mag niet meer geluid op de gevel van een woning van derden veroorzaken dan een kleinere windmolen. Ook het aantal windmolens maakt niet uit: de maximale hoeveelheid geluid die op de gevel van een woning van derden mag worden veroorzaakt, blijft ook bij meerdere windmolens maximaal Lden 47 dB.

Of mensen last hebben van het geluid, is vaak een persoonlijke ervaring. Wie principieel tegen windmolens is, zal eerder de windmolens horen en zich daaraan ergeren. Die ervaart dus overlast. Maar wie wel vóór windmolens is of bijvoorbeeld via een coöperatie mede-eigenaar is, hoort de windmolens vaker niet of nauwelijks en ervaart ze niet als overlast, zo blijkt uit onderzoek. In een recente publicatie (29 oktober 2020) van het RIVM wordt dat bevestigd.

Waarmee kan ik het geluid van een windmolen vergelijken?

Deze illustratie vergelijkt het geluid van een windmolen met andere geluidsbronnen.

Laagfrequent geluid

In de geluidsnormen wordt ook rekening gehouden met laagfrequent geluid. Als wordt voldaan aan de norm, biedt dat voldoende bescherming tegen dit type geluid. Bovendien produceren windmolens slechts in beperkte mate laagfrequent geluid. Een snelweg bijvoorbeeld produceert aanzienlijk meer laagfrequent geluid.

In een recente publicatie (29 oktober 2020) van het RIVM wordt dat bevestigd. Laagfrequent geluid van windmolens speelt geen bijzondere rol en leidt niet aantoonbaar tot nadelige gezondheidseffecten. Het enige bekende effect van windmolens is dat het geluid hinder kan geven, maar daarom zijn er geluidsnormen die deze hinder zoveel mogelijk beperken. Of iemand hinder ervaart van het geluid van windmolens, is bovendien niet alleen afhankelijk van het aantal decibellen, maar ook van hoe goed bijvoorbeeld omwonenden zich betrokken voelen bij de plaatsing van windmolens.

Er wordt ook gesproken over een norm die in Denemarken geldt voor laagfrequent geluid. De Nederlandse norm voor geluid en deze Deense norm komen in de praktijk nagenoeg overeen. Dat blijkt ook uit onderzoek dat is gedaan bij twee nieuwe windparken in Nederland met grote, moderne windmolens. Door te voldoen aan de Nederlandse geluidsnorm wordt hier ook voldaan aan de Deense norm voor laagfrequent geluid.