De reden dat windmolens overal in de wereld, en dus ook in Nederland, hoger worden, heeft vooral te maken met de inzet om tegen de laagst mogelijke kosten duurzame energie te produceren. Onder meer het steeds verlagen van de SDE++-subsidie stimuleert deze ontwikkeling. Dat is de subsidie die wordt verleend aan windmolens, zonneparken en andere vormen van duurzame energie. Meer over de SDE++ leest u hier.
Deze subsidie is nu nog nodig voor windmolens en andere vormen van duurzame energie. De kostprijs (wat kost het om een kilowattuur te produceren?) van duurzame energie is op dit moment hoger dan de kostprijs van energie uit fossiele bronnen zoals steenkool en gas. De overheid wil de productie van duurzame energie stimuleren en verstrekt daarom een subsidie: de SDE++.
De SDE++ vergoedt het verschil tussen de opbrengst van een kilowattuur (kWh) grijze stroom (de prijs die op de elektriciteitsmarkt wordt betaald voor een kWh) en de kostprijs van een kWh groene stroom. Zo kunnen exploitanten van windmolens en andere vormen van duurzame energie concurreren met energie uit fossiele bronnen. De subsidie wordt voor een periode van 15 jaar toegekend.
De inzet van de overheid is dat de SDE++ het exploiteren van de meest rendabele technologie mogelijk maakt. Omdat de ontwikkelingen hierin snel gaan, daalt de SDE++ jaarlijks flink. De subsidie die exploitanten van windmolens per kWh krijgen, wordt dus steeds minder. Om te zorgen dat de windmolens rendabel zijn, moet de kostprijs van een kWh duurzame energie omlaag. Daarvoor zijn grotere windmolens nodig die efficiënter produceren. Een grotere windmolen is weliswaar duurder in aanschaf, maar doordat deze veel meer stroom produceert, zijn de kosten per kWh veel lager. Als de wieken twee keer zolang worden, wekt een windmolen vier keer zoveel op. Op grotere hoogte waait het bovendien harder, daardoor produceert een hogere windmolen ook meer energie. De kosten kunnen over veel meer kWh worden uitgesmeerd. Daardoor kunnen de windmolens financieel uit met minder subsidie per kWh. En tegelijkertijd zijn kleinere windmolens met een hogere kostprijs per kWh dus niet meer mogelijk.
De hoeveelheid subsidie per kWh is de afgelopen jaren met tientallen procenten gedaald. Alleen de modernste windmolens met grote afmetingen zijn nog rendabel. Op verschillende plekken in het land zijn inmiddels windmolens gebouwd met tiphoogtes van ruim 200 meter. Dat is ‘het nieuwe normaal’ als het gaat om windmolens. Alleen deze afmetingen zijn nog rendabel met de huidige subsidie.